Wat u in totaal aan hypotheeklasten kwijt bent, hangt af van wat u aan rente en aflossing (of spaar- of beleggingspremie) betaalt. Toch is dat maar een deel van het verhaal. Uw hypotheek is namelijk ook van invloed op uw belastingen. Daardoor kunnen uw vaste lasten dalen of stijgen. Waar moet u rekening mee houden?
Hypotheekrenteaftrek
De hypotheekrente die u betaalt, mag u aftrekken van uw belastbaar inkomen als u aan de wettelijke voorwaarden voldoet.
Het percentage waartegen u de hypotheekrente mag aftrekken is in 2019 49%, maar dit percentage wordt de komende jaren afgebouwd.
- 2020: 46 procent
- 2021: 43 procent
- 2022: 40 procent
- 2023: 37,05 procent
Door de hypotheekrenteaftrek betaalt u minder inkomstenbelasting, een voordeel dat kan oplopen tot duizenden euro’s per jaar. Wat u aan rente en aflossing (of eventueel spaar- of beleggingspremie) betaalt, noemen we de bruto maandlasten. Trekt u van dat bedrag uw belastingvoordeel af, dan heeft u de netto maandlasten. Hoe groot het belastingvoordeel precies is, rekenen we graag voor u uit.
Eigenwoningforfait
De Belastingdienst beschouwt uw woning als een bron van inkomsten. Daarom moet u een bepaald bedrag bij uw inkomen optellen, het zogenaamde eigenwoningforfait. Over dat bedrag betaalt u belasting. De hoogte van de bijtelling is meestal 0,50% van de WOZ-waarde.
Als u de hypotheek heeft afgelost, geldt voor u de Wet Hillen. Het eigenwoningforfait vervalt dan. In het regeringsakkoord is echter bepaald dat de Wet Hillen over een periode van 30 jaar wordt afgebouwd. Ook met een afgeloste hypotheek gaat u dus vanwege het eigenwoningforfait, belasting betalen over uw woning.
Gemeentelijke en waterschapsbelastingen
Uw gemeente stelt ieder jaar opnieuw vast wat de WOZ-waarde van uw woning is. Deze WOZ-waarde is de grondslag voor gemeentelijke belastingen als onroerendzaakbelasting, rioolrecht en reinigingsrecht. Naast deze lokale belastingen betaalt u nog waterschapslasten. Ook die zijn gekoppeld aan de WOZ-waarde.